Bloesem
De tere tinten doen haast pijn. Het weten: in schoonheid ligt de ondergang verborgen verhevigt het verlangen weer puur te mogen zijn. Gedicht: Michael Foto: Marieke
De tere tinten doen haast pijn. Het weten: in schoonheid ligt de ondergang verborgen verhevigt het verlangen weer puur te mogen zijn. Gedicht: Michael Foto: Marieke
Op weg met zijn twee. Naar het bos? Naar de zee? Of naar een verre horizon? Ik wou dat ik nog zwerven kon. Gedicht: Michael Foto: Marieke
Kinderen Ze lijken weggegaan Maar zijn er nog altijd Hun stemmen klinken in het gras In de struiken In de bomen In de wolken De tuin is vol van hun Afwezigheid. Gedicht: Michael van der Kwartel Foto: Marieke Nillesen
Het geel dat spat me tegemoet de lentegeuren o zo zoet in deze moeilijke tijden hoe corona te bestrijden? met haar sprankelende lentepracht geeft mijn forsythia ons kracht. Foto: Michael van der Kwartel Gedicht: Marieke Nillesen
Wortels worstelend om houvast Takken reikend naar de hemel Voorbij Wat rest is as.
In vergeten tijd raapte ik appels in een oude boomgaard met kromme bomen en de wind die me de stilte liet horen. Verdreven uit het paradijs laat ik de tijd vergeten tijd zijn. Michael van der Kwartel Heijen, Februari 2020
Op haar hoge zetel, net iets hoger als al het andere in haar nabije omgeving, zit zij met rechte rug en overziet haar koninkrijk. Haar lange kastanje bruine lokken golven weelderig over haar half naakte rug en schouders en rijken tot over de bloemblaadjes heen, richting de vochtige aarde. Zij heeft haar welgevormde lippen strak op elkaar geperst en tussen haar wenkbrauwen vormt zich een streep die vanuit haar voorhoofd tot haar neusbrug loopt. Maar dat geeft niet. Net als…
Ik klauw met mij vingers in de kleiige grond en kneed de donkere massa fijn. Een rauwe, rottende lucht bereikt mijn reukorgaan, lekker. Ik kijk naar de riek die tegen het hek staat, voel een steek in mijn rug en ga in de kathouding. Hiervoor duw ik mijn blote knieën nog wat dieper in de aarde en maak ik mijn rug krom. Tevreden kijk ik om me heen naar de omgewoelde aarde. Nu is het nog een donkere, regelmatig, omgeploegde…
Waarom lijkt een raaf op een schrijftafel? Het was een lange reis naar hier. Zo’n lange reis heb ik al in geen jaren meer gemaakt, of was het nog vorige week? Ach ik weet het niet, de tijd is allang mijn vriend niet meer. Al sinds ik hem gedood heb met verveling. Eerst heb ik een heel eind gelopen, toen ik bij een station kwam, ben ik daar natuurlijk in de trein gestapt. Ik kreeg veel aandacht in de trein,…
Hij zit daar al uren, met een verbeten trek op zijn gevoelige gezicht. Wat is begonnen als een grapje, is nu veranderd in serieuze ernst. Ik zet de laatste kopjes uit de afwasmachine netjes in de kast, ga nog eens met de theedoek over het blinkende aanrecht, terwijl Frank met een warme stem verkondigt dat hij met kerst thuis zal zijn. Thuis…dit is ons thuis… Frank zet inmiddels het volgende nummer in: “Oh the wether outside is frightful. But the…